Start     TT     Onze club     Artikels     Foto-gallerij     Enquete     Links

Uit de schatkist van de natuur

Moerasspirea (koningin der weiden /geitenbaard)
Voor mij is dit de plant der planten, ik ken maar weinig vogels die de zaden van deze plant niet lusten. Wij vinden deze plant daar waar het nogal vochtig is zeg maar in moerassig gebied, langs grachten en in vochtige weiden, op arme droge gronden zul je deze plant niet aantreffen. Tijdens de bloeitijd zijn de planten het gemakkelijkst te herkennen aan hun trossen wit gele bloemen. Men kan bijna afgaan op de geur van deze bloemen, de geur is intens, enig, eens men de geur van deze plant kent dan ruik je hem van ver. Ik zei ooit tegen iemand bij het benaderen van een plek van deze bloemen ”als het in den hemel zo goed zou ruiken dan wil ik er wel naartoe” De stengels zijn roest bruin, de bladeren zijn getand en de plant kan wel een hoogte bereiken van 1,50m of meer. Deze plant wordt druk bezocht door allerlei insecten en vlinders. Als de bloemen zijn uitgebloeid dan verschijnen er groene bolletjes de zaadjes. Vanaf dit ogenblik zijn ze erg gewild door onze vogels, sommige soorten zouden ongelukken doen om er bij te geraken. Als we gaan oogsten dan gaan we deftig te werk, we plukken spaarzaam de trosjes af en we overdrijven niet, want hoe langer we kunnen oogsten hoe beter want de zaadjes worden voor de vogels steeds lekkerder en voedzamer. Men kan zelfs oogsten tot in de winter totdat de zaadjes droog zijn. Het is op deze mannier dat ik de moerasspirea heb leren kennen, het was op een van mijn winterse wandelingen dat ik wat droge zaadtakken had verzameld. Bij mijn thuiskomst gaf ik de zaden aan de kanaries, toen begreep ik het meteen, ik had iets heel speciaals meegebracht. Sindsdien geef ik ieder jaar moerasspirea aan mijn vogels. Je moet er natuurlijk wat voor over hebben want ze groeien niet in uwen tuin. Jaarlijks ervaar ik zo de schoonheid maar ook de hardheid van de natuur. Het oogsten van deze zaden gaat steevast gepaard met schrammen van bramen en vernetelde armen en benen want wie gaat er nu met een lange broek,en een vest in het volle van de zomer naar het bos? Want oogsten langs de straatkant doe ik nooit, een kwestie van niet te veel lood aan de vogels te geven.
Bijzonderheden: Moerasspirea wordt al sinds de oudheid gebruikt als geneeskrachtig kruid, tegen allerlei kwalen voor mens en dier. Zo raakte het aan de vleiende naam “koningin der weiden” Vogels krijgen een zeer mooi vederpak als ze tijdens en na de rui moerasspirea krijgen.


Varkensgras
Velen, zoniet iedereen kent varkensgras. We vinden het vooral op braakliggende gronden, bouw en wegenwerken. En heeft een voorkeur voor aangevoerde grond daarop kan de plant welig tieren. Waaraan deze plant zijn naam te danken heeft weet ik niet, hij is bij mijn weten nooit gevoerd geweest aan de varkens.Het is geen grassoort en de wetenschappelijke naam is “polygonum aviculare” we bemerken dat de woordvorm avis-aves aanwezig is en dat verwijst dan toch naar vogels. Het zaad vormt zich in de oksels van de kleine zittende blaadjes. Om te oogsten kan men vanaf juli tot november de stengels afsnijden en stevig samengebonden in de volière ophangen. Dorsen behoort ook tot de mogelijkheid om alzo een wintervoorraad aan te leggen. Men kan stellen dat zowat alle vogels er wel van lusten maar goudvinken zijn er waarlijk gek op


Akkerdistel
Wie kent hem niet de akkerdistel? Wanneer deze plant te welig bloeit op uw eigendom dan kan je dat nog een boete kosten men moet de distels maaien alvorens ze in zaad staan, dit is bij wet verplicht. Om te oogsten moet men het juiste moment afwachten, met een schaar of wat dan ook knipt men de uit gebloemde bloem die nu als een pluisbol door het leven gaat af. Wacht men echter te lang en de pluisbol heeft zich geopend dan is bij het minste windje alles verdwenen pluis maar ook de zaadjes. De distelvink is er uiteraard gek op vandaar haar naam. Maar ook bijna alle kleine inlandse, parkieten en kanaries. PS: dit is geen plantje om zonder handschoenen aan te pakken!!!!


Grote brandnetel
Deze plant beschrijven zou maar al te gek zijn (in sommige streken wordt hij ook wel eens tingels of tingelen genoemd) Waar we hem vinden? Overal en zeker daar waar we hem niet willen. Al deze plant het echt naar zijn zin heeft dan kan hij wel een hoogte bereiken van twee meter en meer, vooral als hij kan beschikken over stikstofrijke grond .Om te oogsten wachten we tot de bloemen verdroogd zijn, deze hangen tegen de stengel in trosvorm. Men kan kiezen voor het dorsen, en als men dat ter plaatse doet, op een plastiek of op een doek dan vangen we nog heel wat kleine insecten te gelijkertijd. De plant met de rijpe zaden kunnen we natuurlijk ook zo bij de vogels in de kooien hangen. Als we spreken van een plantje dat niet zonder handschoenen aan te pakken is wel dit is er ook zo eentje. Vele kleine inlandse lusten dit wel, alsook de kanaries de meeste parkieten bedanken er voor. PS: zonder de brandnetel heeft de nachtegaal geen overlevingskans. Niet omwille van de zaden maar wel voor de rupsen van een bepaalde vlinder die enkel zijn eitjes afzet op de brandnetel.

Jean Van Roy